Zenuwpijn

Zenuwpijn, ofwel neuralgie, is pijn in het gebied van een zenuw. Het is een veelvoorkomende pijn in de rug, voeten, armen of het been. Ook op plekken als de kaak, schouder of knie kan zenuwpijn voorkomen. De zenuwpijn is het resultaat van een beschadigde, beknelde of geïrriteerde zenuw. De pijn wordt veroorzaakt doordat de zenuwen niet goed meer functioneren. Voorbeelden van zenuwpijn zijn:

• Aangezichtspijn.
• Carpaletunnelsyndroom.
• Fantoompijn. Dit is pijn die optreedt na een operatie.
• Ischias. Dit is zenuwpijn in de rug, de bil of de benen.

De pijn kan vervelende klachten geven, maar is niet gevaarlijk.

Zenuwpijn kan komen door:

• Neuropathie; daarbij is er schade aan de zenuwen ontstaan door bijvoorbeeld ziektes aan de schildklier of nieren. Ook diabetes is een veelvoorkomende oorzaak van neuropathie.
• Een beknelde zenuw. Dit komt voor bij carpaletunnelsyndroom.
• Ontstekingen; dit is nociceptieve pijn.

Chronische pijn is de grootste klacht bij zenuwpijn. De pijn kan in aanvallen komen, maar kan ook tijdens contact aanwezig zijn. Pijnstillers helpen niet tegen het verlichten van de pijn.

Bijkomende klachten van zenuwpijn zijn:

• Jeuk.
• Tintelingen.
• Uitstralingspijn.
• Krachtverlies.
• Een verdoofd gevoel.
• Bewegingsbeperking.
• Snijdende pijnen die voelen als een soort stroomstoten.
• Krampen.

Zenuwpijn is vaak moeilijk te bestrijden. Wel kunnen de klachten verminderd worden. De klachten verschillen per persoon en kunnen weken tot jaren duren. Vaak verdwijnt de pijn vanzelf, maar het is ook mogelijk dat de pijn nooit helemaal verdwijnt. De pijn is niet schadelijk, maar kan wel erg vervelend zijn.

• Raak de pijnlijke huid niet aan. Als u geneigd bent om over de pijnlijke plek te wrijven, doe dit dan niet. Ook kou kan de pijn erger maken. Voorkom dus dat uw huid koud wordt door bijvoorbeeld een sjaal of handschoenen te dragen.
• Zorg dat u blijft bewegen. Omdat de pijn niet gevaarlijk is, is het prima als u aan lichaamsbeweging blijft doen. Zo blijft u gezond. Zodra de pijn verergert door het bewegen, stop dan met bewegen.
• Sommige patiënten met zenuwpijn vinden dat de pijn afneemt als het warm wordt. U kunt bijvoorbeeld een kruik op de pijnlijke plek leggen of een bad nemen. Anderen vinden het koelen van de huid fijner. Gebruik hierbij een ice pack maar vergeet deze niet in een theedoek te wikkelen om bevriezing van de huid te voorkomen.
• Blijf doen wat u altijd deed.
• Voor sommige mensen helpt fysiotherapie bij het verlichten van de pijn. Bij de fysiotherapeut leert u bepaalde technieken om bijvoorbeeld verkramping te voorkomen. Ook kan de fysiotherapeut u masseren waardoor u wat meer kan ontspannen en de klachten verminderen.
• Zorg dat u voldoende vitamine B12 binnenkrijgt. Een tekort aan deze vitamine kan de zenuwcellen verslechteren, maar ook zenuwpijn kan op een tekort wijzen. Vitamine B12 zit vooral in dierlijke producten, zoals eieren, vlees, melk, yoghurt en vis.

Als u lang pijn blijft houden, de pijn erger wordt of telkens terugkomt, neem dan contact op met uw huisarts. De huisarts kan u onderzoeken en vaststellen wat de pijn veroorzaakt.

Neem contact op met uw huisarts als u medicijnen slikt voor de zenuwpijn, maar deze niet voldoende helpen tegen de pijn. Contacteer ook uw huisarts als u door de medicijnen veel bijwerkingen ervaart.